Picture of Rajesh S. Chaitram
Rajesh S. Chaitram

Review: Sharp 65EQ4A – Televisie met quantum dot-paneel, aluminium frame en Harman Kardon-audio

Rajesh S. Chaitram beoordeelde namens GadgetGear de met 4 sterren.

THE GOOD

  • Aluminium frame
  • Laag gewicht
  • Lage inputlag
  • Kleurinstellingen out-of-the-box goed
  • Voor films en series goed
  • Gunstig geprijsd
  • Intuïtief instellingenmenu

THE BAD

  • Geen local dimming
  • Paneel slechts 60 hz
  • Reclame in Android smartTV-ecosysteem
  • USB-functionaliteit zeer beperkt door gebrek aan ondersteuning NTFS en exFAT
  • Zeer beperkte handleiding

Ondanks dat Sharp natuurlijk al jaren bekend staat als fabrikant van consumentenelektronica vormt de huidige er een waarin ze als het ware met een herintroductie bezig zijn. De Sharp EQ4A is een LCD-televisie met een frameless design, quantum dot technologie Harman Kardon-speakers geïntegreerd. Sharp stelt dat de serie het alternatief in het premium segment moet zijn, maar gezien de prijsklasse zouden we zeggen dat deze juist meer in een mainstream-segment valt welke vrij druk bezet wordt. Dit betekent dus dat de Japanse fabrikant meteen het diepe in duikt met dit toestel. Wij bekeken de 65″-variant van de EQ-serie om eens te zien of de Sharp meteen een vuist kan maken.

Sleutelfeatures

  • Aluminium behuizing en voet
  • Ondersteuning voor Dolby Atmos, Dolby Digital, Dolby Digital Plus, Dolby AC-4 met virtuele verbeteroplossing via DTS:X
  • HDR-ondersteuning HDR10, HLG, Dolby Vision
  • VA-quantum dot-paneel
  • Piekhelderheid van 450-550 nits
  • 65″/164 cm beelddiagonaal
  • Formaat: 1447,0 x 855,9 x 61,0 mm zonder voet en met: 1447,0 x 926,4 x 277,3 mm (oppervlakte bezetting door voet: 760,0 x 277,3 mm)
  • Gewicht: 19,5 kg

 

Even voor de duidelijkheid; LCD, LED, OLED, quantum dot??

Ondanks dat de meeste lezers van dit soort reviews in deze geen verrassing zullen zien, leggen we het graag nogmaals uit. Als we het over moderne flatscreens hebben zijn er twee soorten panelen te koop op het moment. OLED en LCD. LED, QLED en wat andere marketingnamen zijn leuk bedacht door de fabrikanten, maar het is allemaal LCD, in een specifieke configuratie. LED-televisies zijn LCD-televisies met LED-backlight, waar in traditionele LCD-televisies gebruik gemaakt werd van CCFL-lampen (soort tl-lampen) voor de backlight. QLED is een marketingnaam die Samsung gebruikt voor LED-LCD toestellen met quantum dot-panelen, wat simpel gezegd neer komt op ‘betere pixels’. Andere LCD-fabrikanten gebruiken soortgelijke technieken op hun eigen manier.

LCD nog wel van deze tijd? Is OLED niet de norm?

We hebben met dit specifieke toestel het over een apparaat dat in een segment valt waarin eventueel je ook een 65″ OLED-televisie kan kiezen. De keus is op het moment van schrijven beperkt tot één toestel welke 150 euro meer kost, minder aansluitingen heeft, een lagere HDMI-spec terwijl je ook vragen kan stellen over zaken als de helderheid en paneelreflectie. Zeker dit laatste punt is iets waar LCD-televisies het nog altijd beter doen. Zelfs deze Sharp EQ waarvan het paneel een reflectieve afwerking heeft, heeft op de testlocatie doordat er geen sprake is van een glasplaat minder last van de ramen aan de overzijde. Waar het OLED-toestel (dat verder in een totaal andere prijsklasse valt, dus een directe vergelijking maken we niet) overdag slechts te gebruiken was met de gordijnen gesloten, had de Sharp aanzienlijk minder last van reflecties.

Wanneer het gaat over de helderheid, hebben OLED-televisies vandaag de dag een zeer acceptabele piekhelderheid, maar wordt deze vaak teruggeschaald via een automatische helderheidbeperkend construct om het paneel te beschermen. De OLED-toestellen met implementaties die beter om kunnen gaan met deze beperking vind je niet in de buurt van deze prijsklasse terug. Maar zelfs in high-end toestellen zien we deze terugschaling, zeker in scenes waar over het hele scherm helderheid getoond moet worden in plaats van enkel een deel met een openhaard of lichtzwaard.

Kortom, in een zeer lichte omgeving met grote ramen, zeker overdag, kan LCD nog altijd de logische keus zijn over een OLED-televisie en als je van content houdt dat kan profiteren van veel helderheid over het volledige scherm zoals bepaalde anime en natuurdocumentaires heb je een extra argument te pakken. Of dit ook de keus voor je is over je volledige content-consumptie is natuurlijk iets wat je kritisch moet overwegen.

 

Sharp

We kunnen ons voorstellen dat veel mensen bij het lezen van de titel van deze review iets hadden van: “Sharp? Wat is daar nu interessant aan?” Het merk heeft in ieder geval sinds ongeveer de eeuwwisseling in het westen altijd een beetje een B-reputatie gehad, wat niet bepaald terecht was. Sowieso was Sharp van oudsher in Japan altijd het merk dat de nationale trots was. Een beetje zoals Philips in Nederland, met het grote verschil dat Sharp in Japan de nodige concurrentie voor die titel had. Het merk was lange tijd in het LCD-tijdperk ook waar de meeste high-end LCD-panelen vandaan kwamen die ook andere merken in hun hoger geplaatste toestellen gebruikten, met als uitzondering eigenlijk alleen de merken die zelf panelen maakten. In de kleinere AV-winkels waar je alleen high-end apparatuur koopt, zag je dan ook qua LCD-televisies toestellen van Sharp, en niet of veel minder die van de andere mainstream-merken (naast plasma-toestellen van Pioneer en Panasonic). Er valt ook een hoop over het merk te vertellen qua corporate B2B activiteiten en innovatie op het gebied van allerlei sectoren, zowel technisch als daarbuiten, maar dat gaat buiten de scope van wat het verhaal achter een Sharp-televisie is.

In recente jaren is Sharp door wat veranderingen gegaan. Ten eerste werd enkele jaren geleden besloten om het merk van de westerse markten te trekken met eigen activiteiten. Het merk bleef actief, maar als ‘plakmerk’ waarbij de toestellen door een andere partij gemaakt werden. Zo werden (en worden nog steeds) de toestellen in de VS gemaakt door HiSense, en in Europa door het Slowaakse UMC. Verder werd Sharp enige tijd geleden overgenomen door Hon Hai, de partij achter het bekende Foxconn en kwam het hiermee onder Chinees leiderschap.

De weg naar onafhankelijkheid; Sharp EQ-series een écht Sharp-product

We hebben rond deze review navraag gedaan over de herkomst van de EQ-series omdat de afgelopen periode er wat nieuws is geweest rond Sharp en het terugkopen van de eigen rechten in Europa terwijl ook de licentie in de VS op zijn einde loopt en weer door Sharp in eigen handen genomen zal worden. Recente ontwikkelingen hebben daarnaast het belang van Hon Hai onder de 50% doen duiken en volgens onze bron heeft Sharp haar primaire proces weer in eigen handen genomen. Specifiek over de EQ-serie waaruit we een toestel bespreken in deze review betekent dit dat het een echt Sharp-product is inclusief een eigen paneel. Waarom de EQ-series dan exclusief voor Europa is en het merk niet dezelfde modellen in alle markten voert waar Sharp de eigen controle heeft, is een vraag waar we geen antwoord op kregen.

 

Uitpakken

Het uitpakken van een 65″-televisie is altijd een gedoe uiteraard. Gelukkig is Sharp een van de merken die een doos gebruikt die je na het verwijderen van bepaalde piepschuimstukken over de televisie heen kan tillen.

Qua accessoires is de Sharp licht gehouden. We ontvangen de voedingskabel en twee afstandsbedieningen (batterijen meegeleverd). Beetje het standaard pakket dat je bij iedere televisie krijgt.

 

Ontwerp

Sharp heeft ervoor gekozen een zogenaamd frame-less design te gebruiken, met een aluminium frame (contradictio in terminis). Ze bedoelen dus dat het frame erg dun is, en dat klopt. Voor de zijden die zichtbaar zijn is zo veel mogelijk aluminium gebruikt. De voorzijde heeft aan de onderzijde een soort mesh-afwerking. Dit is iets dat alleen de zilverkleurige variant krijgt. Neem je de zwarte, dan heb je een soort ribbel-ontwerp:

Het ziet er op zich prima uit en ook is duidelijk dat het productieproces erg secuur is: de loop van de randen is nagenoeg perfect recht. Iets dat we bij de stalen afwerking van andere televisies niet altijd zien. Wel zagen we aan de onderzijde bij de overgang naar de onderzijde een vreemd element zitten. We dachten dat het plastic construct waarmee waarschijnlijk het paneel mede-vastgezet is beschadigd was, maar aan de andere zijde zagen we precies hetzelfde.

Gezegd moet verder worden dat uw reviewer geen fan is van dit soort mesh-ontwerpen omdat gesuggereerd wordt dat de hele onderzijde een rij speakers herbergt, wat niet het geval is. Zeker als daar ook nog een Harman Kardon-labeltje op prijkt, schept het bepaalde verwachtingen, waarmee het vanuit een design-oogpunt hoe dan ook niet slim gekozen is. Overigens is vanuit Sharp bevestigd dat voor de speakerimplementatie daadwerkelijk samengewerkt is met Harman Kardon (dat interessant genoeg onder concurrent Samsung valt, maar redelijk onafhankelijk mag opereren, waar deze samenwerking met Sharp getuigenis van lijkt te zijn) en dat het dus niet zomaar om een labeltje gaat waarvoor de rechten betaald zijn om deze te mogen voeren.

De aluminium afwerking heeft als positief gevolg dat het apparaat ook erg licht is voor een 65″ televisie met dergelijk design; 19,5 kg, wat een handig gegeven is voor mensen die een toestel moeten ophangen aan bijvoorbeeld een hiervoor minder ideale gipsmuur.

Voet

De voet is van een aluminium legering vervaardigd en wordt bevestigd aan de achterzijde (VESA-norm 400 x 200). De EQ-serie is een LCD-televisie, dus we konden deze hiervoor even plat neerleggen op vier (gestoffeerde) stoelen, waarop de vier schroeven makkelijk te plaatsen waren.

 

We hadden onze twijfels bij de stevigheid van deze oplossing, maar ondanks dat het wat veert, lijkt het prima te werken en is vormt het een prima ogend, minimalistisch ontwerp. Een beetje vreemd vinden we dat alleen aan de achterzijde rubberen voetjes geplaatst zijn. Met het oog op kwetsbaardere oppervlakken zoals bepaalde meubilair, hadden we ook graag iets aan de voorzijde gezien.

Nu we toch aan de onderzijde aan het kijken zijn, kunnen we ook de twee baspoorten van de speakers opmerken (verderop in de review meer over de geluidsprestaties), plus de standby-knop. Helaas kan de Sharp EQ-serie niet volledig uitgeschakeld wordt en zul je hem hiervoor dus echt van het stroom af moeten halen.

Aansluitingen

We vinden aan de achterzijde van de Sharp vier HDMI-poorten (2.1, 4K@60Hz, eARC-ondersteuning op HDMI 1), twee USB-poorten (2.0), een Mini Composiet audio+video ingang, micro-SD-kaartlezer, 3,5 mm jack-uitgang, S/PDIF optische-uitgang, PMCIA-poort, en aansluitingen voor ethernet, kabel en satelliet. We zien ook nog een extra jack-aansluiting, maar deze is enkel voor service-doeleinden.

Mensen zullen misschien kritisch zijn op de 2.0-spec van de USB-poorten, maar dit is in de praktijk genoeg voor alles wat je wil afspelen vanaf een externe schijf. Wél zijn we kritisch op het gegeven dat alleen bronnen die geformatteerd zijn in het FAT32-bestandsysteem uit te lezen zijn. Hiermee zijn voor de meeste mensen deze poorten zo goed als nutteloos. Immers zullen de meesten hoe dan ook kiezen voor NTFS of exFAT, aangezien bestanden groter dan 4 GB niet uitgelezen kunnen worden. Langere homevideo’s kan je dus vergeten, laat staan gedownloade films (uiteraard omgezet van een gekochte bron) van enig kwaliteit. Wat serie-afleveringen in beperkte kwaliteit (als we HD als norm nemen) is het maximale waar we het voor kunnen gebruiken. Bij navraag is aangegeven dat hier ook geen update voor gaat komen terwijl ook gesteld werd dat dit een beperking is van Android. Waarom we op andere Android-toestellen wel gewoon exFAT en NTFS kunnen uitlezen… Wellicht dat het door de fabrikant langs aanpassingen ingebouwd is. Maar dan blijft de vraag waarom Sharp dit niet gedaan heeft.

Ook de keus voor microSD in plaats van normale SD is een vreemde, daar camera’s in de regel geen micro-SD-kaartjes gebruiken. De enige apparaten die wij kunnen bedenken zijn (Android-) telefoons, en ook daarin gebruiken in de praktijk maar weinig mensen deze extra opslagmogelijkheid (als ze inderdaad een toestel hebben met deze feature).

De achterzijde is verder volledig van plastic vervaardigd zonder verder noemenswaardige designelementen. Het is dus geen televisie die ontworpen is om ergens in het midden van een kamer te zetten. Maar goed, dat kom je zelden tegen, en zelfs als wel wat aandacht aan de achterzijde geschonken is maakt men er in de regel weinig interessants van.

Afstandsbedieningen

De Sharp EQ-series wordt geleverd met twee afstandsbedieningen. Eentje die tegenwoordig als de reguliere afstandsbediening gezien kan worden, en eentje met cijfers en wat overige extra knoppen voor het traditionele televisiekijken. Beiden werken via bluetooth en infrarood, waarbij de led in het laatste geval verandert van rood naar groen, iedere keer wanneer je wat ingeeft.

De algemene bouwkwaliteit is best aardig, maar niet meer dan dat. Sharp noemt de EQ-serie ‘premium’, maar dat is geenszins de ervaring die we met de afstandsbedieningen hadden. Beiden afstandsbedieningen zijn volledig van plastic en voelen ook daadwerkelijk zo aan. De feedback van de knoppen van de reguliere afstandsbediening is op zich prima, met een ‘klikkend’ gevoel wanneer je een knop indrukt, terwijl voor de televisie-afstandsbediening voor een traditionele oplossing gekozen is, wat als gevolg heeft dat de knoppen een zompige feedback hebben. Vier grote knoppen voor de diensten waarnaar verwezen wordt hebben we verder ook niet veel mee, maar helaas iets dat je ook op afstandsbedieningen van high-end televisies tegen komt. Hetzelfde geldt voor het kwaliteitsverschil tussen de televisieafstandsbediening en de reguliere afstandsbediening overigens.

De afstandsbedieningen liggen verder wel prima in de hand en zijn lekker licht, terwijl de grip ook aardig is. De vierpuntsdruktoets op beide afstandsbiedingen is hetzelfde en voelt kwalitatief in lijn met de afstandsbediening maar ‘ok’ aan. Het beweegt wat en niet alle richtingen voelen hetzelfde aan, maar echt een probleem is dat verder niet.

Ondanks het gebrek aan een premium feel, voelen de afstandsbedieningen overigens verder wel degelijk aan. Je hebt niet het gevoel iets kwetsbaars in je handen te hebben of dat je bij specifieke knoppen bij een paar keer te hard drukken iets kapot kan drukken.

Een wat aparte aanpak is gekozen voor de volumeknoppen en programma knoppen. In plaats van de bekende lange knoppen die je op de meeste afstandsbedieningen ziet, koos Sharp voor een soort hendels. Interessant en leuk om eens wat anders te zien. Waar we eerst onze twijfels hadden over deze aanpak, waren we hier op een gegeven moment wel aan gewend en lijkt het dus een prima aanpak om wat ruimte te besparen. Het gevoel van deze hendels is overigens zeer degelijk.

 

Android TV

De EQ-series gebruikt Android TV als smartTV-oplossing op basis van Android 11; een OS waar we al jaren bekend mee zijn, en waarvan de meest recente in het oog springende update het nieuwe menu is, waarop content van verschillende diensten gepusht wordt en daarmee niet bepaald een verbetering ten opzichte van het vorige menu. Wanneer we de instellingen bekijken, dan hebben we het over een redelijk voorspelbaar menu en denken we niet dat na een paar bezoeken gebruikers een probleem hebben de gewenste instellingen te vinden. Interessant is ook dat het menu zich aanpast aan de content. Ga je de instellingen in terwijl je content afspeelt via een streamingservice of Kodi, dan krijg je de opties rond het beeld en geluid terwijl wanneer je vanuit het hoofdmenu de instellingen in gaat, je toegang krijgt tot alles.

Interessant is het gegeven dat wanneer je voor een andere ingang kiest dan het deel dat op Android als basis draait, je een ander beginmenu te zien krijgt, dat meer lijkt op traditionele televisiemenu’s, waarbij in de voorgestelde opties rekening gehouden is met de gekozen ingang. Zo krijg je bij de TV-ingang een menuoptie gericht op de CI-ontvanger. Hoe dan ook, zodra je daar iets kiest, ga je vanuit die keuzes ook naar een typisch AndroidTV-menu. We denken dat de aanpak op zich prima is. Misschien dat vanuit het idee van uniformiteit het logisch was om altijd dat ‘kaarten-menu’ weer te geven, maar goed, het is niets waar we ons verder aan storen of dat de gebruiksvriendelijkheid raakt.

Er zijn een paar voorgeïnstalleerde apps, waarvan de meeste gewoon te verwijderen zijn. Netflix, Prime Video, de televisie app en de eigen mediaspeler kunnen we niet verwijderen, even als de handleiding-app niet. De handleiding is overigens inhoudelijk zéér summier gehouden. Een paar zeer oppervlakkige instellingen worden uitgelegd, maar voor de zaken die iets geavanceerder zijn zoals DNR, ALLM, aanpasbare Luma-regeling en MPEG NR, mag je kennelijk met Google aan de gang. Sowieso is het gebrek aan uitleg iets dat tegenvalt aan het menu. Waar je op de meeste televisies wanneer je op een instelling stil staat een kleine uitleg krijgt over waar de betreffende instelling voor is, zien we niets hiervan in het menu van de Sharp EQ-series.

Instellingen

Zoals op iedere televisie heb je uiteraard uitgebreide instellingen om alle features te configureren. Iets dat we erg fijn vonden aan de Sharp EQ (we durven niet met zekerheid te stellen of dit op alle televisies zo is die Android TV in een dergelijk puur-ogende vorm gebruiken) is dat alles logisch geplaatst is. Zoals dat alles dat beeld-gerelateerd is, zoals ook de lichtsensor-setting bij de beeldsettings staat. Ook de demo-optie waarin je het effect van een setting kan terugzien waarin de ‘aan’-stand vergeleken wordt met de ‘uit’-stand kunnen we positief over zijn en is iets dat we bij verschillende populaire merken waar we ervaring mee hebben, niet als optie hebben.

Prestaties

De basis van de Sharp EQ-series in termen van rekenkracht wordt gevormd door de MediaTek m7632 welke gecombineerd is met 2 GB RAM en een Mali-G52 voor het grafische werk. De prestaties van de software hebben we geen klachten over. Alles loopt vloeiend en soepel. Maak je voor je te consumeren content alleen gebruik van streamings-diensten, dan zul je geen los kastje nodig hebben. In principe dan. Een enkele TV-provider krijgt het niet voor elkaar via hun app dezelfde beeldkwaliteit te leveren als via hun eigen decoder (op het moment van schrijven). Zoals gezegd, moet je wel aan een losse box mocht je behoefte hebben externe opslag aan te sluiten waarop bestanden staan die groter zijn dan 4 GB.

Mocht een van de apps alsnog een probleem vormen om een bepaalde reden, dan is de optie om apps geforceerd te stoppen gewoon aanwezig, wat niet op alle Android TV-apparaten een ding is.

De Mali G52 in in deze configuratie is geen hardloper als het om games gaat (benchmarkresultaten van 397 en 632 in resp. 3D Mark Slingshot Extreme en 3D Mark Slingshot). Wat casual games die in de Playstore te vinden zijn lopen prima. De grafisch intensere games zijn niet te installeren buiten wat uitzonderingen die met aangepaste settings (Asphalt 9 is getest), best ok lopen.

Het gebrek aan game-capable specs is geen groot gemis overigens. Android TV heeft zich nooit bewezen als een geweldig platform voor gaming. En hoewel Googles eigen Stadia-streamingdienst dit wel was, was het commerciële succes dusdanig dat deze dienst binnenkort uitgeschakeld zal worden.

 

Beeldprestaties

We vinden in de Sharp EQ-series een VA quantum dot-paneel dat uit het de eigen Sakai-infrastructuur afkomstig is. Sharp claimt dat toestellen uit de EQ-serie 94% van de kleuren kunnen reproduceren uit de DCI.P3 kleurruimte en 78% uit de BT.2020 kleurruimte wat redelijk indrukwekkende cijfers zijn. Rec.2020 kunnen we niet nameten met de meetinstrumenten waar we over beschikken bij GadgetGear, P3 wél, waarbij wij uitkwamen op gemiddeld 95,14%. We maken overigens gebruik van een SpiderX in combinatie met DisplayCAL, wat verre van een professionele setup is, dus neem onze resultaten met een korreltje zout en zie het als een overeenkomst bij benadering in plaats van een professionele verificatie. Verder moet opgemerkt worden dat sample-variatie een ding is. Hoewel het natuurlijk kan dat het productieproces van Sharp erg precies is, is het ook mogelijk dat we gewoon geluk hadden een exemplaar te hebben dat precies conform de opgave scoort. Echter, aangezien Sharp deze waardes concreet noemt, kan met veiligheid gesteld worden dat de EQ-series daadwerkelijk zo accuraat zijn.

Overigens is het best bijzonder dat Sharp zelf al deze scores communiceert. Dit deed men jaren terug ook al, en Sharp was hiermee een van de weinige merken die dergelijke informatie gewoon in de speclijst zette. Eerlijkheid gebiedt uw reviewer overigens toe te geven dat in de afgelopen jaren dit niet bijgehouden is, daar Sharp amper toestellen in de winkels had liggen.

Wanneer we kijken naar uniformiteit zit dit redelijk goed. We maten de uniformiteit bij een helderheid van 50, 66, 83 en 100%. Het verschil ten opzichte van het midden blijft beperkt tot enkele procenten aan de bovenzijde en de rechterzijde, terwijl de linkerzijde op een helderheid van 83 en 100% op rond de 12% komt. Tijdens het kijken van content valt dit ons in iedere geval niet op.

We hebben het over een LCD en met 65″ een flinke jongen. Daarbij is gekozen voor een VA-paneel. Inkijkhoeken zijn dus een factor waarmee rekening gehouden moet worden. Schifting van kleuren onder extremere hoeken (oftewel hoeken waar je in een gemiddelde woonkameropstelling amper mee te maken krijgt) is dan ook zeker een ding, maar niets waardoor content niet meer te kijken zou zijn. Kortom, zit je op een redelijke afstand van het scherm, dan zou je in de praktijk weinig problemen moeten hebben.

Waar VA-panelen met het oog op inkijkhoeken wat problemen hebben ten opzichte van specifieke alternatieven, is de zwartwaarde in de regel veel beter voor elkaar. En zo ook in het geval van onze Sharp EQ. We testten het contrast en de zwartwaardes met het kijken van wat content in een volledig donkere setting. Local dimming beschikt de Sharp EQ-series niet over, maar de helderheid is voldoende om nergens detailverlies te zien.

Sharp adverteert met een piekhelderheid van 400-500 nits ‘voor de beste HDR-beleving’. Onze eigen metingen kwamen op een gemiddeld resultaat van 494 nits, dus dat lijkt aardig te kloppen. Met alle verhalen over televisies die richting de 1000 nits zouden gaan klinkt dit niet perse indrukwekkend, echter, wanneer we daadwerkelijk nagaan hoeveel 65″ televisies rond dit prijspunt deze spec of beter kunnen overleggen, blijven er opvallend weinig opties over. En dan is het ook maar de vraag op welke manier dit gebeurt. Daarbij bevindt veruit het grootste deel van de beelden zich in het spectrum tussen de 0 en 100 nits, en hebben we het alleen over specifieke elementen die daar bovenuit steken, denk aan een explosie, haardvuur, weergave van lichtelementen beïnvloed door de zon of natuurlijk de zon zelf.

De HDR-weergave op de Sharp 65EQ4A komt erg natuurlijk over. Waar we op andere toestellen nogal eens last hebben van irritant heldere objecten tijdens het weergeven HDR-weergaves in plaats van gewoon meer lichtdetail, was dit geenszins een bron van ergernis tijdens onze testperiode. Wel hadden we last van blooming, zoals wel vaker te zien is op feller schijnende LCD-toestellen. Op zich niet iets dat de kijk-ervaring al te veel raakt, maar de weergave van lichte elementen op een donkere achtergrond is waar de zwakte van LCD vs OLED wel naar voren komt.

De beeldmotor van de Sharp EQ-series presteert goed wanneer het gaat om film- en seriecontent (en zaken die zich hiermee laten vergelijken als natuurdocumentaires). Wanneer we content weergeven waarin de helderheid hevig varieert, merken we dat de dynamische tonemapping (scenes met een veel hogere helderheid dan die televisies kunnen weergeven herinterpreteren en in verhouding brengen zodat het realistisch over komt) best goed zijn werk doet. Detail blijft behouden, en er blijft een geloofwaardige weergave van helderheid over. Dit geldt zowel voor HDR als overige content.

Gaan we verder met het kijken van content, dan merken we dat het upscalen van mindere kwaliteit content conform het niveau is wat moderne higher-end televisies in de regel brengen. Bewegingsresolutie blijft ook aardig in orde. Voeren we wat motion-tests uit, zien we wel wat retentie-effecten, maar het wordt niet zo erg dat we vage kleuren achter bewegende objecten zien, laat staan lange vegen. Het staat dus niet op een geweldig hoog niveau, maar de zwaktes zijn niets waardoor je minder zou genieten van je content.

Wanneer het gaat om lastige variaties in beeld zoals tijdens sportwedstrijden (MMA-wedstrijden en autosport getest) of specifiek lastige zaken zoals closeups van handen, presteert de beeldmotor van de Sharp naar behoren. Iedere scene die we kunnen bedenken in bepaalde films of series die een naar ons idee vergelijkbare variatie laat zien wordt gewoon prima afgespeeld, hoewel we betere performers hebben gezien in deze prijsklasse. Zo nu en dan zien we bij een lang shot over een publiek langs een race-circuit, een kleine skip.

Bij het weergeven van meer egale weergaves getoond worden, zoals in sommige anime en bepaalde andere content, merk je zoals op onderstaande afbeelding te zien is in de hoeken wat uniformiteitsissues en wat ongelijke weergaves. Niets abnormaals voor frameless televisies en toestellen van deze grootte in deze prijsklasse, maar het moet opgemerkt worden.

Zoals op ook andere afbeeldingen te zien is, is clouding een ding, zoals op de meeste LCD-toestellen. Dit komt vooral naar voren wanneer we de helderheid omhoog gooien (zwartwaarde blijft weinig van over), iets dat we voor House of the Dragon wat extra hebben gedaan om daadwerkelijk te kunnen zien wat er nu werkelijk allemaal vertoond werd, wat je op normale settings (ook op high-end OLED-toestellen voor alle duidelijkheid) gewoon mist. Ook hier speelt sample-variatie een rol, maar we kunnen het ons moeilijk voorstellen dat andere samples het veel beter doen dan ons testexemplaar.

 

Gamen

Sharp stelt dat de EQ-series een lage inputlag hebben. En gezegd moet worden dat gamen op het toestel een prettige ervaring was. Het toestel beschikt natuurlijk over een game-modus, waarin je een lagere inputlag hebt en zelf je kleurinstellingen kan maken, maar biedt daarnaast ook ALLM zodat je vanuit andere modi automatisch kan overschakelen naar de gamemodus. Inputlag is dermate laag dat we compromisloos wat potjes Streets of Rage 4 hebben kunnen spelen; in termen van lag was de ervaring gelijkwaardig aan wanneer we de game op onze PC spelen. Forza Horizon 5 in 4K HDR-weergave was een prachtige ervaring, maar je merkt wel de beperking dat we het bij slechts 60 fps moeten houden. Een jammerlijke beperking van dit toestel. Ben je echter ok met maximaal 60 fps, dan heb je aan de Sharp EQ-series een zeer prettige game-televisie.

 

Geluid

Sharp geeft hoog op van de speakerimplementatie waarvoor specifiek samengewerkt is met Harman Kardon. De twee 15W-speakers zijn naar voren gericht en de woofers naar beneden. We vragen ons af of men zich verplicht voelde de speakers naar voren te richten wegens het gekozen design. In de regel is het immers op dit soort platte apparaten een beter idee de speakers naar beneden te richten om zo gebruik te kunnen maken van een weerkaatsings-effect van de ondergrond.

De EQ-series ondersteunt Dolby Digital, Dolby Digital Plus, Dolby AC-4, Dolby Atmos, DTS:X en als audioverbeteringsoplossing DTS Virtual: X. Kortgezegd was de ervaring niet dusdanig dat we een idee hebben dat de implementatie in deze Sharp iets bijzonders is. We zouden zeggen dat het geluid iets beter dan gemiddeld is voor het segment. Wellicht dat je hiermee zou kunnen zeggen dat de speakers aangezien ze het nadeel hebben naar voren te zijn gericht, dus beter presteren dan naar beneden gerichte speakers die weerkaatsings-voordeel hebben en gelijkwaardig klinken. Misschien dat de speakerimplementatie wel een argument vormt als je je toestel ophangt?

Kleuren en contrast zijn aangepast om de speaker duidelijker te tonen. Zoals op andere afbeeldingen te zien is, zijn de speakers niet te zien.

Al heb je met de meest simpele soundbar waarschijnlijk al een verbetering te pakken, laat staan wanneer je een fatsoenlijke audio-oplossing kiest.

Hoe dan ook, ondanks dat de samenwerking met Harman Kardon niet perse een effect heeft waarmee de Sharp zich los zet van de concurrentie, is het nog steeds een degelijke implementatie. Zeker met weergave van Dolby-content maakt de televisie soms eigenlijk best indruk. Toch blijf je het effect van laag-weergave missen in sommige dialoogweergaves.

Spelen we ons test-playlist af met wat new wave en new jack swing-content (waar we graag voor kiezen wegens de variatie van tonen over het hele spectrum plus wat ingewikkeld weer te geven combinaties waardoor detail bij minderwaardige audio-oplossingen vaak wegvalt) plus de befaamde shootout-scène uit Heat, dan zijn de beperkingen merkbaar. Vreselijk is het geluid echter zeker niet. Hoge tonen worden goed weergegeven, middentonen missen soms wat effect en het laag is aardig voor een televisie in deze prijsklasse, maar niets waarmee je echt een geweldige filmische ervaring kan realiseren of naar muziek wil luisteren.

Een samenwerking met een gerenommeerde audiofabrikant is leuk, maar Sharp heeft zelf ook een aardige audio-achtergrond en had beter wat bronnen kunnen besteden aan een geïntegreerde soundbar, als ze toch met een dergelijk mesh-design aan de onderzijde komen, of dit gewoon weg kunnen laten en een meer minimalistisch design kunnen toepassen. We snappen dat er ook een marketingelement aan vast zit (en dat dit voor een Sharp gezien de merkwaarde kan helpen), maar als het niet levert, krijgen dergelijke samenwerkingen bij een groep mensen die wat kritischer kijken juist een negatieve reputatie (zoals het geval is bij bijvoorbeeld notebooks).

Stroomverbruik

Stroomverbruik van de 65EQ4A was bij volle helderheid (wat bij HDR-weergave het geval is) een goede 250W, terwijl in de ecomodus we het over rond de 160 W hebben. Zet je de filmmodus (die de meest accurate kleurweergave out-of-the-box heeft en dus je standaard setting zou moeten zijn) aan, dan heb je het over een gemiddeld verbruik van rond de 175 W (zonder HDR). In standbymodus verbruikt de televisie slechts een paar Watt. Dat een concrete uit-knop ontbreekt en dat je in plaats hiervan het toestel alleen in standby kan zetten, vinden we een nadeel.

 

Conclusie

We hebben een prettige ervaring gehad tijdens de testperiode met de Sharp 65EQ4A. Het pakket is dan ook best een aardig aanbod. Een goed afgewerkt aluminium frame, quantum dot-paneel met een goede kleurweergave, ondersteuning van Dolby Vision, degelijke beeldmotor, Dolby Atmos-ondersteuning, een lage input lag en een goede smartTV-ervaring zijn sterke punten die ervoor zorgen dat je een positieve ervaring hebt met dit toestel.

We hadden wel wat aparte zaken die niet goed werkten zoals dat ALLM er niet altijd oor zorgde dat game-modus automatisch ingeschakeld werd. Verder vinden we het zeker voor Sharp dat zoals reeds benoemd een reputatie hoog te houden heeft als het gaat om het verstrekken van een volledige set aan info over hun televisies, het vreemd dat de handleiding zo ontzettend beknopt is.

Ondanks de samenwerking met Harman Kardon vormt de geluidsweergave naar ons idee niet perse een argument om dit toestel uit te kiezen en plaats daarvan valt een losse audio-oplossing zoals gewoonlijk aan te raden.

Kortgezegd denken we dat de Sharp EQ-series niets onder doet voor concurrerende LCD-televisies die in dezelfde prijsklasse beschikbaar zijn op het moment van schrijven. Ben je in de markt voor een LCD-televisie, dan kunnen we de EQ-series van Sharp gerust aanraden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.